Allemaal beestjes in Andalusië I Casa Valle de Oro
Eikelmuis, photocredits @Wesley Overman, Zoogdierenvereniging.nl
Ons landelijk paradijsje, Casa Valle de Oro, mag dan gelegen zijn te midden van een monocultuur van olijfbomen, toch blijkt hier qua fauna een verbazingwekkende biodiversiteit te zijn.
Het help natuurlijk dat Casa Valle de Oro gelegen is in de Cañada del Infierno, een kloof met een stroompje waar veel verschillende loofbomen en struiken groeien. En ook dat we de natuur hier redelijk ongestoord laten groeien en bloeien. Tevens het jachtverbod rond ons huis is van invloed op het wildbestand. Patrijzen scharrelen rustig rond en konijnen steken vanuit hun veilige schutkring baldadig hun middenvinger op naar de jagers daar buiten.
Tatienne en ik zijn nogal lyrisch wat betreft het vogelbestand rondom ons eigen nestje. De hele dag door hebben we hier een symfonie van vogelgeluiden. Het gekwetter van mussen, het gefluit van mezen, het 'hoephoephoep' van de hop, het onuitputtelijke repertoire van het puttertje, de koekoek, roekoeënde bosduiven, muzikale merels,...
De enige dissonanten zijn misschien de raven met hun schorre gekras. Raven blijken onvermoeibare, onbevreesde acrobaten in het verdedigen van hun territorium: dikwijls zien we tot op grote hoogte roofvogels verjagen die veel groter zijn dan henzelf.
Na zonsondergang nemen de uilen het over: van het piepkleine dwergooruiltje dat ' tschuut' piept om de 3 seconden tot de Oehoe met zijn diepe ge-oehoe. De solopartijen zijn weggelegd voor de nachtegaal. Urenlang zingt deze zijn onuitputtelijke repertoire, hetgeen niet altijd door iedereen in het midden van de nacht wordt gewaardeerd, maar dat is weer een ander verhaal...
Nieuwkomers in de vallei dit jaar (tenminste voor ons) , zijn de kleurrijke bijeneter en de grauwe kiekendief met zijn elegante silhouet.
Ook op de grond loopt er in Casa Valle de Oro van alles bij rond. Buiten the usual suspects zoals knaagdieren en reptielen (konijnen, hazen, ratten, muizen, gecko's, hagedissen, ...) scharrelen er ook egels, steenmarters en wezels rond. Soms passeert er een everzwijn, maar die hebben we gelukkig nog niet live ontmoet. Afgelopen winter stonden we plots oog in oog met twee steenbokken.
Vossen horen we ook regelmatig keffen, dassen zouden hier ook zitten en één keer zag ik een Egyptische mangoest, maar die lag helaas dood naast de weg.
Een paar avonden geleden, we zaten niet te kijken naar een spannende Belgische serie, hoorden we ineens gestommel aan de buitendeur. "Dat zal Zeppos wel zijn met een levend cadeautje voor ons", zei Tatienne. Toen ik de deur opende was er geen kat te zien. Maar toen ik verder keek zag ik Zeppos bij het tuinhek achter iets aanzitten. Ik pakte een zaklamp en ging kijken welke sukkelaar er nu weer genadeloos aan zijn einde zou komen. Eenmaal dichter gekomen hoorde ik een angstig gepiep en voor ik het besefte sprong er een klein, muisachtig wezen op het tuinhek. Het was iets groter dan de gebruikelijke veldmuis, had grotere oren, een pluizige kwast aan zijn staart, een zwart 'masker'...maar nog voor ik mijn taxonomie kon afmaken sprong het wezentje van het tuinhek op mijn broek en nog geen twee seconden later bevond het zich al halverwege mijn rug. Nu, ik ben een grote jongen maar ik moet eerlijk toegeven dat de geluiden en bewegingen die ik op dat moment maakte, nogal - eh - on-grote jongensachtig waren. Enfin, ik wist me uiteindelijk te bevrijden uit de klauwen van het beest en pakte Zeppos mee naar binnen. Nadat ik veilig binnen was en een stevige borrel had gedronken om deze bijna-doodervaring weg te spoelen, vond ik op het internet dat we te maken hadden met de eikelmuis. Het blijkt een tamelijk zeldzaam beestje te zijn dat een winterslaap houdt van oktober tot april. We zullen het er maar op houden dat ie niet wakker was en mij, met zijn slaapkop aanzag voor een boom...